Overlay

Zwijndrecht

Veelgestelde Vragen

Hieronder bieden we een antwoord op enkele veelgestelde vragen. Je antwoord niet gevonden? Contacteer ons dan gerust via info@jegemeentetelt.be!

Over de website ‘Je Gemeente Telt’

Waarom ‘Je Gemeente Telt’?

Waar gaan mijn belastingen naartoe? Het is een vraag die veel mensen zich stellen. Tijdens het zoeken naar een antwoord ontstaat vaak een discussie. De ene zegt dat we te veel betalen, de andere zegt je best wel wat terugkrijgt voor het geld dat je geeft. Met Je Gemeente Telt kan je voortaan zelf bekijken en beoordelen wat je gemeente doet met je belastinggeld.

Op ons platform tonen we op een toegankelijke manier waar jouw bestuur zijn inkomsten haalt en waaraan ze de vrijgekomen middelen uitgeeft. Wij – Tree Company, Bpart en De Wakkere Burger vzw - geloven immers dat alle burgers vlot toegang moeten hebben tot alle belangrijke beleidsinformatie van zijn of haar gemeente.

De gemeentelijke budgetten zijn daar een belangrijk onderdeel van, want die cijfers tonen op de meest eerlijke manier waar besturen hun prioriteiten leggen. Om nog beter te begrijpen waar je bestuur al dan niet op focust, kan je jouw gemeente ook vergelijken met gelijkaardige steden of gemeenten!

Waarom hebben sommige gemeenten meer uitleg dan anderen?

Op Je Gemeente Telt publiceren we zelf enkel de officiële, beschikbare cijfers die gemeenten bezorgen aan de Vlaamse Overheid (zie ook: “Waar komt de data vandaan?”). Wel kunnen lokale overheden op het platform context en duiding geven bij hun begroting of specifieke projecten. Indien er bij jouw gemeente of stad geen verdere uitleg staat, wil dit dus zeggen dat zij dit nog niet gedaan hebben of niet wensen te doen.

Hoe kan ik als bestuurder meer duiding geven bij de cijfers van mijn gemeente?

Met JGT+ kan je als lokaal bestuur duiding geven bij jouw budget. Je hebt bijvoorbeeld de mogelijkheid om extra uitleg geven of zelfs projecten in de kijker  zetten om je budgettaire keuzes concreter te maken. Zo toon je als bestuur dat je transparantie hoog in het vaandel voert en kan je tegelijk broodnodige uitleg geven bij opvallende keuzes. Neem bijvoorbeeld een kijkje op de pagina van Eeklo om de mogelijkheden van JGT+ te zien.

Geïnteresseerd? Neem dan contact op of boek een online demo in om de mogelijkheden te bespreken!

Wat met fusiegemeenten?

Vanaf 1 januari 2019 telt Vlaanderen 7 nieuwe fusiegemeenten (bv. Pelt), die 15 ‘oudere’ gemeenten vervangen (zoals Neerpelt en Overpelt). Die nieuwe fusiegemeenten hebben  vanaf 2019 eigen budgetten. De Vlaamse overheid herberekende de budgetten voor de periode 2014 - 2019 voor deze fusiegemeenten.

Waarom vind ik de gegevens van sommige intercommunales niet terug?

Door de structuur van de financiële gegevens is het onmogelijk om de financiële stromen van en naar intercommunales terug te leiden tot individuele gemeenten. Daarom zijn OCMW-verenigingen die niet aan één specifieke gemeente verbonden zijn (bv. Woonzorggroep Voorkempen) niet opgenomen op het platform.

Op de site van mijn gemeente staat ‘Groep X’. Wat is die ‘Groep’?

Op ons platform verzamelen we de cijfers van verschillende ‘lokale besturen’ die bestaan in gemeenten. Onder die term vallen zowel het gemeente- of stadsbestuur (met een burgemeester, een schepencollege en een gemeenteraad) en het OCMW met zijn sociale taken. Sinds begin 2019 zijn gemeentebestuur en OCMW feitelijk samengevoegd. Zij maken dus samen één budget op.

Daarnaast werken gemeenten ook vaak met autonome gemeentebedrijven of AGB’s (bv. voor de exploitatie van sporthallen of gemeentelijke eigendommen) of met verenigingen voor intergemeentelijke samenwerking  of ‘‘intercommunales’ (bv. voor het afvalbeheer). Alle besturen met een rechtspersoonlijkheid die geen andere leden heeft dan de gemeente vind je op dit platform terug.

De term ‘groep’ van een gemeente geeft de som aan van alle besturen die op het domein van die gemeente actief zijn. Zo kan je in één duidelijk overzicht zien hoeveel je gemeentebestuur besteedt aan verschillende beleidsdomeinen, los van de vraag via welke instelling het gebeurt. Als je geïnteresseerd bent in één specifiek bestuur,  kan je die gegevens natuurlijk ook terugvinden.

Over gemeenten en begrotingen

Wat zijn meerjarenplannen, begrotingen en jaarrekeningen?

Een meerjarenplan omschrijft de doelstellingen en de financiële keuzes van jouw stad of gemeente voor een periode van 6 jaar. Het huidige meerjarenplan bestrijkt de periode van 2020 tot en met 2025; de vorige meerjarenplanning omvatte de periode van 2014 tot en met 2019. Een meerjarenplan bevat twee luiken: een strategische nota en een financiële nota. In het eerste document lees je de uitleg over de gemaakte beleidskeuzes, in de financiële nota vind je de financiële consequenties van de gemaakte keuzes.

Telkens enkele maanden voor de start van een nieuw jaar wordt het meerjarenplan concreter gemaakt in een jaarplan: het budget. Tijdens de laatste maanden van 2018 maakten gemeenten dus hun budget op voor 2019, om het daarna door te sturen naar de Vlaamse overheid. Enkel voor het eerste jaar van de meerjarenplannen is dat anders: dan is er geen budget en fungeert het eerste jaar van de nieuwe meerjarenplan als budget.

Tot slot maakt de stedelijke administratie na elk beleidsjaar een jaarrekening op. Daarin geven de ambtenaren aan welke sommen er daadwerkelijk werden uitgegeven.

Op Je Gemeente Telt publiceren we telkens de meest recente gegevens die beschikbaar zijn. Wanneer er een budget gepubliceerd wordt, vervangen we dus de oude cijfers van de meerjarenplanning door de gegevens uit dat budget. En wanneer de gemeenten hun jaarrekening publiceren, vervangen we de cijfers die uit het oorspronkelijke budget komen.

Wat zijn de inkomstenbronnen van de gemeenten?

Meer dan de helft van de gewone inkomsten van de gemeentebesturen zijn belastingen van gezinnen en bedrijven. Zo ontvangt een gemeente van zijn inwoners: een deel van de inkomensbelasting (de zgn. aanvullende personenbelasting) een deel van de onroerende voorheffing op woningen en bedrijfsgebouwen (de zgn. opcentiemen) een deel van de verkeersbelasting op wagens (de zgn. opdeciemen).

Daarbuiten zijn de inkomstenbronnen van de gemeentekas erg divers. Enkele voorbeelden zijn de belasting op tweede verblijven, betalingen voor marktstandplaatsen, inkomsten uit parkeerkaarten, toegangstickets voor het zwembad, de verhuur van sportvelden en specifieke subsidies van de federale en Vlaamse overheid. Verder ontvangen de gemeenten ook financiële steun van de Vlaamse overheid. Zo verdeelt het Gemeentefonds ongeveer 2,5 miljard euro over de 300 Vlaamse gemeenten. Een groot deel van dat fonds gaat wel naar de grote steden. Ook bestaat er nog een Vlaams Investeringsfonds voor steden en plattelandsgemeenten.

Waarin investeren gemeenten?

Om hun verschillende diensten te kunnen uitoefenen, beheren gemeenten een aanzienlijk patrimonium in de vorm van gebouwen en terreinen: zoals gemeentehuizen, sporthallen, bibliotheken, culturele centra en zwembaden. Daarnaast beheren zij ook straatmeubilair en de openbare verlichting, en moeten zij voertuigen, computers en kantoormeubilair voorzien voor hun personeel. Het onderhouden, vernieuwen of bouwen van die eigendommen vereist belangrijke investeringen. Traditioneel vormen de aanleg en het onderhoud van straten en rioleringen daarvan de grootste brok. Voor bepaalde investeringsprojecten helpt de Vlaamse overheid door kapitaalsubsidies toe te kennen. Dit is bijvoorbeeld het geval voor het rioleringsnet en voor de restauratie van beschermde monumenten.

Is het erg dat de uitgaven van mijn bestuur groter zijn dan de inkomsten?

Niet noodzakelijk. Het is perfect mogelijk dat je gemeente één of meerdere jaren meer uitgeeft dan het ontvangt. En dat mag ook. Toch wil dat niet zeggen dat gemeentes een bodemloze financiële put kunnen graven: de Vlaamse overheid waakt immers streng over het financiële evenwicht van de gemeentes. Ze doet dat op 2 manieren: op jaarbasis en op lange termijn.

Elk jaar moet het ‘jaarresultaat op kasbasis’ in evenwicht zijn. Dat wil zeggen dat de inkomsten groter moeten zijn dan de uitgaven. Toch zijn er een paar belangrijke ‘maars’:

Middelen die al gereserveerd zijn voor investeringen in latere jaren ("bestemde gelden") moet men niet meetellen. Logisch, want als de middelen pas in de toekomst zullen uitgegeven worden, zullen zij later in de gegevens opduiken. En je kan een euro maar één keer uitgeven.

Geld dat in de vorige jaren werd gespaard ("gecumuleerde resultaten") mag men wel meetellen. Grote uitgaven kunnen dus alleen mits voldoende inkomsten en/of overschotten uit vorige jaren. Op JeGemeenteTelt vind je de "gecumuleerde resultaten" - het spaarpotje van de gemeente - niet terug. Dat is meteen een belangrijke reden waarom de uitgaven soms hoger liggen dan de inkomsten.

Het evenwicht op lange termijn wordt geëvalueerd aan de hand van de "autofinancieringsmarge". Een positieve AFM betekent dat de financiën van het bestuur op een structurele manier in evenwicht zijn. De Vlaamse overheid berekent dat door te bekijken of de gemeente in staat is om zijn leningslasten te dragen met het overschot uit de gewone werking (het saldo van de exploitatie-ontvangsten en uitgaven). De exploitatie-ontvangsten van elk lokaal bestuur kan je terugvinden op Je Gemeente Telt. De exploitatie-uitgaven echter niet: voor de uitgaven tonen we de gegevens immers volgens een andere structuur, die eerder het beleid bekijkt.

Een positieve AFM betekent ook dat het gemeentebestuur nog ruimte heeft voor bijkomende investeringen - ofwel met eigen middelen, ofwel met bijkomende leningen. Gemeentebesturen moeten kunnen aantonen dat hun AFM op het einde van de planningsperiode ten minste nul is. Anders wordt hun meerjarenplanning niet aanvaard door de Vlaamse overheid.

Kort samengevat: alle gemeentebesturen hebben wel eens investeringsjaren met opvallend hoge uitgaven, maar de Vlaamse overheid ziet streng toe op een structureel gezond financieel beleid. Schulden opstapelen, kan dus niet. Maar het is wel mogelijk dat gemeenten tijdens één jaar (of zelfs meerdere) meer uitgeven dan ze ontvangen. Zolang ze structureel in evenwicht zijn, is dat geen probleem.

De cijfers

Waar komen de gegevens vandaan?

Onze cijfers komen rechtstreeks uit de databank van de Vlaamse Overheid, die het cijfermateriaal verzamelen dat wordt aangebracht door de steden en gemeenten zelf. Na enkele controles centraliseert de Vlaamse Overheid de gegevens van alle steden en gemeenten en stelt ze ter beschikking voor het brede publiek op haar website. In deze vorm zijn die cijfers echter zeer technisch en ontoegankelijk.

Daarom vertaalt Je Gemeente Telt deze ruwe gegevens naar een eenvoudigere en transparantere vorm, zodat ze visueler en begrijpbaar worden voor alle burgers. Behalve wiskundige afrondingen om het platform performant te houden (zie “de data wijken af van mijn gegevens, hoe kan dit”), brengen wij zelf geen bewerkingen aan in de cijfers.


De data wordt twee tot drie keer per jaar uitgelezen. De laatste update wordt steeds vermeld boven de startgrafiek van elk lokaal bestuur. Voor de jaren 2014-2018 gebruiken we de jaarrekeningen van de gemeenten. Sinds 2020 is er geen jaarlijks budget meer, maar wel een jaarlijkse herziening van het meerjarenplan, waarbij men voor het nieuwe boekjaar de kredieten vastlegt. Deze kan je nu raadplegen.

De data wijken af van mijn gegevens, hoe kan dit?

Eventuele fouten in de databank van de Vlaamse overheid worden mee overgenomen op het platform van Je Gemeente Telt (zie ook “Waar komen de gegevens vandaag”). Om de performantie van platform te garanderen wordt er op Je Gemeente Telt gewerkt met wiskundig afgeronde getallen. Hierdoor kunnen er soms kleine verschillen zijn.

Wanneer komen de nieuwe cijfers op het platform?

We voorzien twee tot drie keer per jaar een udpate in samenwerking met de verschillende partners en de Vlaamse overheid.

Kan ik de cijfers van mijn gemeente vergelijken met andere gemeenten? Is het eigenlijk wel zinvol om verschillende gemeenten te vergelijken?

De gemeenten volgen dezelfde standaardmethodiek om uitgaven in inkomsten te groeperen in bepaalde categorieën. Dat levert dus vergelijkbare cijfers op.

Maar toch is wat context soms handig. Er is immers ruimte voor interpretatie bij de registratie van sommige inkomsten en uitgaven. Moeten gemeenten bijvoorbeeld een cultuurproject in een jeugdhuis bij cultuur of bij jeugd inschrijven? Gemeenten maken hier soms andere keuzes. De vergelijking is dus niet tot op de euro exact, maar vaak zijn er goede verklaringen voor de verschillen. Daarom bieden we met JGT+ ook de mogelijkheid om uitleg te voorzien bij de begroting en projecten met grote impact te publiceren. (Zie ook hoger).

Daarnaast vereisen andere types gemeenten ook andere beleidskeuzes. Daarom kan het interessant zijn om de uitgaven van je gemeente te vergelijken met gemeenten die vergelijkbare maatschappelijke uitdagingen hebben. Een landelijke gemeente zoals Zandhoven vergelijk je dus best met een andere landelijke gemeente (zoals Lennik) en niet met een grote of regionale stad (zoals Gent).